afb. Onbekend
Op dezelfde boog aan de noordzijde was ook een heel ander religieus symbool vertegenwoordigd in de vorm van een musicerende duivel. Er was een draakachtige duivel geplaatst die op een nu geheel verdwenen schalmei of bombarde blies (N-III.4).95 Op de schets die Hezenmans ervan maakte, is het inmiddels verdwenen instrument nog zichtbaar. Bij de inschrijving van het beeld in de collectie van het Rijksmuseum in 1875, werd het vermeld als “Duivel de fluit blazend”, wat doet vermoeden dat het instrument op dat moment nog intact was. Deze duivel heeft een vrij spitse snuit, kleine spitse oortjes, vleermuisvleugels, klauwpoten en eenpuntige, draakachtige richel op de rug. Het achterwerk van de figuur is uitgebeeld als een duivelskop met openstaande bek. Dit doet sterk denken aan de in het zuidportaal uitgebeelde duivel met een vergelijkbaar achterste, waar uit de bek ook nog eens een staart in de vorm van een slang tevoorschijn komt (zie hoofdstuk 6). Musicerende duivels worden vaker uitgebeeld, dikwijls in contrast met de musicerende engelen die hemelse muziek brengen. Met duivelse muziek of anti-muziek wil de duivel verleiden tot dansen en ander zondig vertier.96 | 373 |
Noten | |
95. | N-III.4 (oorspronkelijk N-III.1), bouwloods i-119; BK-NM-1268. Voetstuk oud nummer: I, merk X (groot). |
96. | Decreus & Stijnen 2006, 152. |
1989 |
A.M. KoldeweijDe expositie in de Bouwloods, verantwoording en catalogusDe Bouwloods ('s-Hertogenbosch 1989) 67 |
Ronald Glaudemans, De 96 luchtboogfiguren op de Sint-Jan (2004) 15
Ronald Glaudemans, De Sint-Jan te 's-Hertogenbosch : Bouwgeschiedenis en bouwsculptuur 1250-1550 (2017) 372, 373
A.M. Koldeweij, 'De expositie in de Bouwloods, verantwoording en catalogus' in: De Bouwloods (1989) 67
Jan Mosmans, De St Janskerk te 's-Hertogenbosch (1931) 307 (afb. 206 nr. XXIX)
C. Peeters, De Sint Janskathedraal te 's-Hertogenbosch (1985) 257 nr. N-III-4